vrijdag 26 maart 2010

lente

Nu

Ik adem niet, ik zing.
zelfs als ik zucht, klinkt het
per ongeluk alsof ik
een paar noten neurie
die me vannacht, terwijl
ik sliep, zijn voorgezongen.
Het is alsof de lucht
mijn deken is en ik
mijn hoofd het liefst
te rusten leg op het kussen
van mijn longen, de plek
waar ik mijn hartslag hoor
in vierkwartsmaat:
dat ik besta, dat ik besta.


Bart Moeyaert
uit: Gedichten voor gelukkige mensen,
Querido, Amsterdam 2008

Geen opmerkingen: